6004. Prinses Amalia van Oranje. (H.A.)

Met u betwijfel ik, of de bekeering van Beauregard wel echt is. Het zal wel lang duren, voordat gij audientie krijgt, om mijn brief aan den Koning

te geven en over onze zaken te spreken, wanneer de kleine Prinses is gestorven, zooals men hier vreest. Nu de heer Cominges1) vertrokken is, zal lord Hollis wel spoedig volgen. ‘M.^r d'Estrades, ayant eu hier audience de Messieurs les Estats Generaux, me fera sa premiere visite ce soir a cinq heures, apres quoy je vous pourray faire sçavoir s'il n'aura rien touché sur nos affaires.’ Waarom heeft men niet beter gezorgd, dat er geld voor u was? Ik zal er dadelijk werk van maken. Dank voor uwe goede wenschen bij het begin van dit jaar; ik hoop, dat gij gelukkig zult zijn met uwe onderhandeling. A la Haye, ce 4^e de l'an 1663.

De heer d'Estrades gaat juist weg; hij vertelde mij, dat de Koning slechts een katholiek gouverneur te Oranje zal dulden, maar ons zal toestaan er een te kiezen.