Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
DBNL Logo
DBNL Logo

Hoofdmenu

  • Literatuur & Taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taal
    • Limburgse literatuur
    • Friese literatuur
    • Surinaamse literatuur
    • Zuid-Afrikaanse literatuur
  • Selecties
    • Onze kinderboeken
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • E-books
    • Publiek Domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Gebruiksvoorwaarden
    • Hergebruik
    • Disclaimer
    • Informatie voor rechthebbenden
  • Over DBNL
    • Over DBNL
    • Contact
    • Veelgestelde vragen
    • Privacy
    • Toegankelijkheid
Tirade. Jaargang 34 (nrs. 326-331)

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave



Genre
proza
poëzie

Subgenre
tijdschrift / jaarboek


In samenwerking met:

© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

 

Tirade. Jaargang 34 (nrs. 326-331)

(1990)– [tijdschrift] Tirade

Vorige Volgende
[p. 296]

Aangestreept

Elk talent moet zich zelf ontplooien door te vechten.

Nietzsche

 

Boksen is de sport die alle sporten willen zijn.

George Foreman

 

Dit is een droom, of een nachtmerrie: mijn krachten zijn niet helemaal alleen van mij, maar ook de zwakheden van mijn tegenstander; falen is niet helemaal alleen mijn zaak, maar ook: de triomf van mijn tegenstander. Hij is mijn schaduw-zelf, en dat is iets anders dan zomaar mijn schaduw.

Joyce Carol Oates

 

Word ik van naar boksen kijken voyeur, of humanist? Ik weet het niet.

John Schulian

 

Geen bokser kan zich zelf zien zoals hij wordt gezien door zijn tegenstander. Hij ziet de tegenstander, maar niet zich zelf als tegenstander.

Joyce Carol Oates

 

Mijnheer Gide, begon ik, ik ben zo vrij geweest naar u toe te komen en toch geloof ik u dat ik u onomwonden moet vertellen dat ik de bokssport verdorie veel hoger aansla dan de literatuur.

Arthur Cravan

 

Wij droegen het toenmalige Polen op de borst als het pantser van Don Quijote, dat wij liever niet op zijn stevigheid wilden beproeven.

Witold Gombrowicz

 

Blondines. Wat zijn ze mooi! Tederheid en stilte in hun bloei... ze zijn, maar tegelijk alsof ze er niet zijn... ze zijn ‘voorlopig’, verliefd op zichzelf en zichzelf minachtend; belangrijk en onbelangrijk in hun ontluikend bestaan, plezier en ernst tegelijk...

Witold Gombrowicz


Vorige Volgende