Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
DBNL Logo
DBNL Logo

Hoofdmenu

  • Literatuur & Taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taal
    • Limburgse literatuur
    • Friese literatuur
    • Surinaamse literatuur
    • Zuid-Afrikaanse literatuur
  • Selecties
    • Onze kinderboeken
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • E-books
    • Publiek Domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Gebruiksvoorwaarden
    • Hergebruik
    • Disclaimer
    • Informatie voor rechthebbenden
  • Over DBNL
    • Over DBNL
    • Contact
    • Veelgestelde vragen
    • Privacy
    • Toegankelijkheid
De Revisor. Jaargang 36

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave



Genre
proza
poëzie

Subgenre
tijdschrift / jaarboek


In samenwerking met:

© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

 

De Revisor. Jaargang 36

(2009)– [tijdschrift] Revisor, De

Vorige Volgende
[p. 3]

[2009/2]

van de redactie

‘Wie z'n hele leven stil staat bij zijn dood / heeft van zijn geboorte iets niet helemaal begrepen / We hopen dat je er een suikerspin van oploopt.’ Beknopter kan een levensschets nauwelijks zijn - en die suikerspin is er voor Verhagen gekomen in de vorm van de P.C. Hooftprijs, die hij deze maand eindelijk daadwerkelijk zal ontvangen. Verhagen is de laatste jaren een frequente en welkome gast geweest op de pagina's van De Revisor en deze suikerspin wilden we dan ook niet negeren. Vanaf deze plek feliciteren we hem met de meer dan verdiende onderscheiding.

Ilja Leonard Pfeijffer zal aan de hand van het sleutelgedicht ‘Bidsprinkhanen’, waaruit hierboven geciteerde regels afkomstig zijn, uitleggen waarom Verhagens werk belangrijk is. In een gesprek met Toef Jaeger gaat de gelauwerde dichter onder andere uitgebreid in op zijn andere, minstens zo bijzondere kant: die van journalist en televisiemaker.

In de rest van dit nummer lijkt De Revisor weer veel op een gewoon literair tijdschrift - en dat is al bijzonder genoeg. We presenteren nieuw prozawerk van Robert Menasse in een vertaling van Paul Beers en er zijn nieuwe verhalen van Basje Boer, Caroline Ligthart en Hadewijch Griffioen. Poëzie is er van antoine de kom, Johanna Geels en Myrthe Bartels. De speelse geest van de Russische schrijver Daniil Charms wordt ontrafeld in een essay van Menno Lievers.

En dan zijn er nog twee van onze vaste rubrieken: in Het maaiveld neemt Bertram Mourits de gedichten van P. Kouwes in ogenschouw, de dichter zelf voegde speciaal voor De Revisor nog vier gedichten aan zijn oeuvre toe. Manon Uphoff geeft een impressie van haar lezing van Herman Frankes recente roman Zoek op Liefde.

In Een woord een woord laat Guido van de Wiel zien wat er gebeurt als er maar vijfentwintig letters in een alfabet gaan. En het was niet de q die George Perec besloot te verbannen.

[p. 4]

Hij is altijd hecht met De Revisor verbonden geweest, als redacteur, medewerker, bestuurslid, columnist. In al die hoedanigheden was hij altijd en vooral ook een vriend. We bedoelen Anthony Mertens die op vier april voorgoed de wereld verliet. Het herseninfarct, dat hem het leven zo zwaar maakte, heeft ervoor gezorgd dat zijn dood uiteindelijk toch een voortijdige was, want wat is tweeënzestig jaar nu helemaal.

Als Anthony Mertens niet las, schreef, lesgaf of uitgaf, verdween hij graag naar de bittertafel waar hij zijn tweede leven begon. Wanneer het uur gevorderd was, ontpopte hij zich als amateurquizmaster die zijn tafelgenoten eindeloos lang triviale vragen kon voorleggen, vaak over sport, en dan vooral voetbal en wielrennen, maar ook over de populaire cultuur van toen. Vreemd genoeg niet over de jaren zeventig en tachtig toen hij naam maakte als wegbereider van het ‘andere schrijven’. ‘Schrijven gaat altijd over de voorwaarden voor het schrijven,’ was toen een van zijn standpunten. Hij praatte naderhand nog maar zelden over die tijd, alsof die hem onverschillig was geworden. De jaren vijftig, toen hij nog leefde met de ‘promesse de bonheur’, is in zijn laatste boek daarentegen wel uitgebreid aan bod gekomen.

De hierboven beschreven Anthony Mertens waren we al enige jaren kwijt, om precies te zijn sinds zijn verwoestende herseninfarct. Ervoor in de plaats kregen we een nieuwe, verbetener Anthony Mertens terug. En een schrijver. Natuurlijk, hij had al honderden stukken geschreven voor onder meer De Groene Amsterdammer en Vrij Nederland, maar daarvan is pas laat een bundeling gemaakt. Jarenlang lag er op het bureau van zijn toenmalige redacteur Erik Menkveld een map te vergelen, waarin hij wat teksten had samengebracht. En hoewel Lezen man!, zoals de bundel uiteindelijk zou gaan heten, veel lezenswaardigs bevatte, werd Anthony Mertens pas echt schrijver met Zwaluwziek, wat je met recht het verslag van zijn wedergeboorte mag noemen. U heeft er in De Revisor getuige van kunnen zijn. Meteen daarna waren er ambitieuze plannen voor een roman. Het liep op niets uit. ‘Ik ben uitgeput’ stond er in het laatste berichtje dat hij de redactie heeft gestuurd. Twee dagen later waren we hem voorgoed kwijt.

 

De redactie


Vorige Volgende