Meester Porreye van Vlamertinge
Alls eerste schoolmeester in Vlamertinge staat Arnoud Porreye bekend. Geboren in 1496, overleden op 1 maart 1561. In de lokale parochieschool gaf hij les van 1547 tot aan zijn dood.
Die eerste bekende schoolmeester van Vlamertinge was een man van zijn nieuwe tijd, met bijzondere belangstelling voor de wiskunde. Vermoedelijk was hij een gevormd (zoniet een gezworen) landmeter. Zijn humanistische opleiding had hij gekregen in de kloosterschool van St. Bertensproosdij te Poperinge.
Omstreeks 1554, gedurende zijn onderwijzersjaren, schreef hij een traktaatje over landmeting. Dit werkje is vermoedelijk het eerste handboek over meetkunde en landmeting dat in het nederlands werd gesteld. Het werd niet gedrukt. Van een handschrift in-quarto waren honderd jaar geleden een viertal katernen (32 bladen) bewaard gebleven, met o.m. de hoofdstukken ‘Hoe men met quadrant wercken sal... Hoe men eenighe hoochde hier mede meten sal...’ In de omgang kreeg Porreye de bijnaam Baculus Jacob, d.i. Jacobsstaf en wel ‘omme de redene dat hy altijd van dit instrument sprack’.
Deze bijzonderheden over en uit het handschrift werden in 1879 medegedeeld in La Flandre, dl. X, p. 236 (met aanvulling in dl. XII, p. 364).
De Jacobsstaf is een instrument bestaande uit een stok met een of meer verschuifbare dwarshouten, dat onder de naam baculus geometricus of baculus Jacob reeds in de late middeleeuwen bekend was om hoogten en afstanden te meten. Omstreeks 1500 kwam een verbeterde Jacobsstaf in gebruik bij de schippers van Normandië, Engeland en de Nederlanden om de zonshoogte te meten. Deze graadboog (arbalète marine bij de Fransen) wordt ook sterrestok genoemd. Had meester Porreye die staf leren kennen op zee? De overlevering die hem verre reizen toeschrijft is echter onbetrouwbaar. (Vgl. hier de vraag in Biekorf 1971, 319).
De naam Jacobsstaf zou teruggaan op een gelijkvormigheid van het instrument met de staf van de pelgrims: deze etymologie door Kluge-Mitzka voorgesteld is niet overtuigend.
In 1533 publiceerde de Duitse astronoom Petrus Apianus (Bienewitz) te Ingolstadt, waar hij wiskunde doceerde, een traktaat onder de titel Instrument Buch. Het laatste hoofdstuk van dit zeldzaam werk handelt over ‘ein newer Messstab, des gleichen man nendt den Jacobsstab, dadurch auch die höch, brayt, weyt und tieffe, auf newe gefunden wirt’.
Blijkbaar heeft Meester Porreye de driehoeksmeting leren kennen uit de alsdan progressieve publicaties van Gemma Frisius en Apianus. Het Westland kende in die periode een merkwaardige bloei van humanistisch onderwijs. In de lijn van onze wiskundige Meester Porreye van Vlamertinge ligt de figuur van Vaast du Plouich, de befaamde medewerker van Sanderus, landmeter en tekenaar, die in zijn ‘Mathematische Schole’ genaamd De Corne Blomme te Westouter de landmeting heeft onderwezen.
A.V.
- Vgl. Biekorf 1966, 16 (De landmeter in Vlaanderen). - WNT. VII-1, 112. - Kluge-Mitzka, EWD. 329. - K.W. Hiersemann. Illustrierte Bücher des 16. Jahrhunderts, nr. 100 (Leipzig 1925).