Skiplinks

  • Hoofdcontent
  • Linkermenu
DBNL Logo
DBNL Logo

Hoofdmenu

  • Literatuur & Taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Gebruiksvoorwaarden
    • Voorwaarden voor hergebruik
    • Disclaimer
    • Voor rechthebbenden
  • Over DBNL
    • Over DBNL
    • Contact
    • Veelgestelde vragen
    • Privacy
    • Toegankelijkheid

Informatie terzijde

de artikelen naar genre: epiek, lyriek en dramatiek




epiek          |          lyriek          |          dramatiek          

epiek algemeen

Bob W.Th. Duijvestijn, ‘Middelnederlandse litteratuur in Duitse overlevering. Een arbeidsveld voor neerlandici’ 1989

Jozef D. Janssens, ‘Subtiel vertellen. Middeleeuwse epiek in de Lage Landen’ 1998

F.P. van Oostrom, ‘Achtergronden van een nieuwe vorm: de kleinschalige epiek van Willem van Hildegaersberch’ 1984


karelepiek

Evert van den Berg, ‘Genre en gewest. De geografische spreiding van de ridderepiek’ 1987

Evert van den Berg en Bart Besamusca, ‘De Karelepiek in vogelvlucht’ 1992

Willem Kuiper, ‘Lombarden, paragraaf- en semiparagraaftekens in Middelnederlandse epische teksten’ 1980-1981

Irene Spijker, ‘Koning Karel. Edele vorst of halsstarrige dwingeland?’ 1992

H.W.J. Vekeman, ‘De verhaaltechniek in “Karel ende Elegast”’ 1970-1971


arturepiek

Evert van den Berg, ‘Genre en gewest. De geografische spreiding van de ridderepiek’ 1987

Bart Besamusca, ‘De Vlaamse opdrachtgevers van Middelnederlandse literatuur: een literair-historisch probleem’ 1991

Bart Besamusca, ‘The Medieval Dutch Arthurian Material’ 2000

Frank Brandsma, ‘Gathering the Narrative Threads. The Function of the Court Scenes in the Narrative Technique of Interlace and in the Insertion of New Romances in the Lancelot Compilation’ 2000

Jan Willem Klein, ‘“Het getal zijner jaren is onnaspeurlijk”. Een herijking van de dateringen van de handschriften en fragmenten met Middelnederlandse ridderepiek’ 1995

Willem Kuiper, ‘Lombarden, paragraaf- en semiparagraaftekens in Middelnederlandse epische teksten’ 1980-1981

G.I. Lieftinck, ‘Pleidooi voor de philologie in de oude en eerbiedwaardige ruime betekenis van het woord’ 1965

Ad Putter, ‘Walewein in the Otherworld and the Land of Prester John’ 1999

J.H. Winkelman, ‘Arturs hof en Waleweins avontuur. Interpretatieve indicaties in de expositie van de Middelnederlandse Walewein’ 1986


overige epiek (inclusief hagiografie)

André Bouwman, ‘Taaldaden. Over intertekstualiteit in “Van den vos Reynaerde”’ 1998

G.H.M. Claassens, ‘Dat en is sonder reden niet. Over de zeven vragen van Seghelijn van Jherusalem’ 1998

Jozef D. Janssens, ‘Wereldse literatuur in het dertiende-eeuwse Vlaanderen’ 2000

Ludo Jongen, ‘Uit het oog, uit het hart? Over twee heilige maagden: Lutgard en Liedewij’ 1997

Clara Strijbosch, ‘Himmel, Höllen und Paradiese in Sanct Brandans “Reise”’ 1999

Roel Zemel, ‘Evax en Sibilie. Een verhaal over liefde en ridderschap in de Roman van Limborch’ 1998


rijmkroniek

Wim van Anrooij, ‘Recht en rechtvaardigheid binnen de Antwerpse School’ 1994

Evert van den Berg, ‘Genre en gewest. De geografische spreiding van de ridderepiek’ 1987

Evert van den Berg en Bart Besamusca, ‘De Karelepiek in vogelvlucht’ 1992

Jozef D. Janssens, ‘Subtiel vertellen. Middeleeuwse epiek in de Lage Landen’ 1998

Orlanda S.H. Lie, ‘What is Truth? The Verse-Prose Debate in Medieval Dutch Literature’ 1994

Remco Sleiderink, ‘Dichters aan het Brabantse hof (1356-1406)’ 1993

Robert Stein, ‘Jan van Boendales Brabantsche Yeesten: antithese of synthese?’ 1991





epiek          |          lyriek          |          dramatiek          

Hartmut Beckers, ‘Die volkssprachige Literatur des Mittelalters am Niederrhein’ 1995

A.M.J. van Buuren, ‘“Soe wie dit lietdkyn sinct of leest”. De functie van de Laatmiddelnederlandse geestelijke lyriek’ 1992

Dirk Coigneau, ‘Matthijs de Castelein: “excellent poëte moderne”’ 1985

B.H. Erné, ‘Rederijkersballaden oude en nieuwe stijl’ 1972

Louis Grijp, ‘De zingende Hadewijch. Op zoek naar de melodieën van haar Strofische Gedichten’ 1992

F.P. van Oostrom, ‘Heeroma, “Gruuthuse” en de grenzen van het vak’ 1988

J. Reynaert, ‘Spoorzoeken in Gruuthuse. Verklaringsmodellen voor hoofse lyriek getoetst aan het Gruuthuse-liedboek’ 1999

Frank Willaert, ‘Inleiding. Middelnederlandse lyriek in context’ 1992

Frank Willaert, ‘Het zingende hof. Ontstaan, vertolking en onthaal van hoofse minnelyriek omstreeks 1400’ 1992

Frank Willaert, ‘Registraliteit en intertextualiteit in Hadewijchs “Eerste Strofische Gedicht”’ 1993

Frank Willaert, ‘Van luisterlied tot danslied. De hoofse lyriek in het Middelnederlands tot omstreeks 1300’ 1995





epiek          |          lyriek          |          dramatiek          

Dirk Coigneau, ‘Mariken van Nieumeghen: fasen en lagen’ 1991

Hans van Dijk, ‘The Drama Texts in the Van Hulthem Manuscript’ 1994

J.B. Drewes, ‘Het interpreteren van godsdienstige spelen van zinne’ 1978-1979

W.M.H. Hummelen, ‘Types and Methods of the Dutch Rhetoricians' Theatre’ 1981

W.M.H. Hummelen, ‘Het tableau vivant, de “toog”, in de toneelspelen van de rederijkers’ 1992

W.N.M. Hüsken, ‘1 augustus 1541: De klucht “Tielebuys” van Willem Vrancx wordt als welkomstspel gespeeld op het landjuweel van Diest. De kluchtentraditie in de Nederlanden’ 1996

Erwin Mantingh, ‘“...twelke al gheviel int Spel van Strasengijs”. Naar aanleiding van een ongekend drama in Oudenaarde anno 1373’ 2000

B.A.M. Ramakers, ‘Woorden en daden. Thematiek en dramatiek van “Lanseloet van Denemerken”’ 2000

B.A.M. Ramakers en Hans van Dijk, ‘Spel en spektakel. Ter inleiding’ 2001